Veiligheid
Veilig deelnemen aan het verkeer leer je deels op school, deels met je ouders. Vanaf onze jongste klassen krijgen de kinderen wekelijks lessen verkeersopvoeding. Je op een veilige manier kunnen verplaatsen in het verkeer is hierbij één van de doelstellingen. Zowel te voet, met de fiets, in de auto en op de bus zijn er verschillende verkeers- en gedragsregels die de kinderen moeten kennen. Gedurende hun schoolloopbaan bereiden we onze kinderen zo stap na stap voor om steeds zelfstandiger deel te nemen aan het verkeer.
Hoe gedraag ik me op de bus?
Ik luister naar de busbegeleidster.
Ik blijf steeds zitten op mijn plaats.
Ik draag steeds mijn veiligheidsgordel.
Ik eet of drink niet op de bus.
Ik hou me in stilte bezig tijdens de busrit.
Ik heb respect voor de busbegeleidster, de kinderen en de chauffeur.
Hoe gedraag ik me op de weg?
Zorg voor voldoende zichtbaarheid/reflectie. Fluohesjes zorgen ervoor dat kinderen opvallen in het verkeer, zowel met de fiets, als te voet.
Draag steeds je veiligheidsgordel in de auto.
Stap uit de auto langs de huizenkant. Kijk eerst goed rond vooraleer je uitstapt.
Het voetpad is geen speelplaats. Stap rustig langs de huizenkant en let goed op bij versperringen.
Wie met de fiets naar school komt, draagt een fietshelm. Een fietshelm redt levens.